- overgaan
- {{overgaan}}{{/term}}1 [over iets heen gaan] passer (sur)2 [van eigenaar veranderen] passer (de … à)3 [bevorderd worden] passer dans la classe supérieure4 [veranderen in] se transformer (en)5 [beginnen met, gaan gebruiken] passer à6 [voorbijgaan] passer7 [in een andere stand gebracht worden] 〈m.b.t. bel, telefoon e.d.〉 sonner♦voorbeelden:1 de grens overgaan • passer la frontière2 overgaan in andere handen • changer de mains3 van de vierde naar de vijfde klas overgaan • passer de troisième en seconde4 griep die in een longontsteking overgaat • grippe qui tourne à la pneumonievan 't ene op 't andere onderwerp overgaan • passer d'un sujet à un autre5 hij kon er niet toe overgaan • il ne pouvait se décider à le faireertoe overgaan om … • se mettre en devoir de …op een andere versnelling overgaan • changer de vitesseovergaan tot de orde van de dag • passer à l'ordre du jourtot de aanval overgaan • monter à l'assauttot arrestatie overgaan • procéder à une arrestationtot de aanschaf van een auto overgaan • faire la dépense d'une voiture¶ wij gaan over • on déménage
Deens-Russisch woordenboek. 2015.